Wiet & Hasj

Afhankelijkheid

Cannabis is een middel waar je afhankelijk van kunt worden, omdat het ontspannende effect als prettig wordt ervaren. Je kunt het gevoel krijgen dat je cannabis nodig hebt om te kunnen functioneren. De ene persoon is gevoeliger voor een afhankelijkheid dan de ander. Dit heeft te maken met de kenmerken van de persoon zelf, de reden waarom gebruikt wordt en de omgeving waarin hij/zij het middel gebruikt. 
Bij jongeren die problematisch blowen of afhankelijk zijn, zien we dat het blowen vaak een functie om bijv. om te gaan met stress en tegenslagen, tot rust komen, omgaan met vervelende gevoelens, enzovoort. Als je cannabis gebruikt als een soort medicijn tegen onprettige dingen dan loop je veel kans afhankelijk te worden.

Andere risico's

Daarnaast kan blowen voor andere vervelende effecten zorgen, zoals concentratieproblemen, schooluitval, desinteresse, moeite met opstaan en passiviteit. Door blowen ben je sneller geneigd dingen uit te stellen, in plaats van aan te pakken. Op lange termijn kan dit ervoor zorgen dat je belangrijke vaardigheden, zoals omgaan met stress, tegenslagen of emoties, niet leert. 

Blowen kan een psychose uitlokken, maar dat risico loop je vooral als je hier kwetsbaar voor bent. Hoe jonger de persoon die blowt, hoe groter de kans op een psychose.

Ook is blowen 2 tot 5 keer slechter voor de longen dan roken. Dit komt ook door de manier van inhaleren: blowers inhaleren over het algemeen dieper en houden de geïnhaleerde rook langer vast. Hierdoor komt er meer teer en meer koolmonoxide in de longen terecht. Blowen met een vaporizer is, wanneer je de vaporizer goed afstelt, niet schadelijk voor longen. 

7 dingen die je moet weten over cannabis

Herkennen

De meest opvallende tekenen dat iemand 'stoned' is zijn luiheid, langzaam praten van de hak op de tak springen in het praten en onverschilligheid.  Veel mensen krijgen na het roken van wiet of hasj een vreetkick: je krijgt enorme trek in vooral zoete dingen. Sommige mensen krijgen ook een lachkick en schieten in de lach om kleine dingen. Iemand die stoned is kan zich over het algemeen ook slecht concentreren. Als je stoned bent functioneert je korte termijn geheugen slechter, hierdoor kan je dingen die net gebeurt of gezegd zijn snel vergeten. Mensen die stoned zijn, hebben vaak iets rodere ogen. Daarnaast ruik je vaak een sterke hasj-/wietlucht om hen heen. 

Wees voorzichtig met het benoemen van bepaalde signalen als het gevolg van blowen: rode ogen kun je ook krijgen van zwemmen en lui zijn is ook gewoon een puberbezigheid. Pas als je meer signalen tegelijkertijd of op verschillende momenten waarneemt kan je hieraan gaan denken.

Praat over cannabis

De meeste jongeren blowen niet. Wel zullen zij op 14- of 15-jarige leeftijd mensen tegenkomen die blowen. Je kind zal voor de keuze komen te staan om wel of niet mee te roken. Het is goed om, voordat jouw kind in een dergelijke situatie komt, al een gesprek over blowen gevoerd te hebben. Ga met je kind in gesprek over cannabis, zodat je weet of dit speelt in het leven van je kind, je informatie kunt geven en de regels kunt bespreken. (Zie: Praten over middelengebruik)

Van Katwijkse scholieren uit klas 2 & 4 heeft 4% in de afgelopen 4 weken hasj of wiet gebruikt. In 2008 was dit aantal meer dan twee keer zo hoog. Het is hoogst waarschijnlijk dat deze jongeren ook al roken of drinken. In bijna alle gevallen beginnen jongeren daarmee, vóórdat ze aan andere middelen beginnen. 

Eén van de beste manieren om drugsgebruik te voorkomen, is het voorkomen van roken en drinken op jonge leeftijd, dus voordat een kind 18 jaar is. 

Help, mijn kind blowt!

Niet alle jongeren raken verslaafd aan cannabis. Toch raken veel jongeren door cannabis in de problemen. Het is daarom heel begrijpelijk dat je schrikt wanneer je erachter komt dat je kind blowt. Raak niet in paniek, maar pak dit moment wel aan om het gesprek met uw kind aan te gaan.

Vraag eerst wat je kind prettig vindt aan het blowen en wat het hem/haar oplevert. Als ouder ben je geneigd om al snel de negatieve kanten te benoemen maar daar kun je beter mee wachten tot je weet wat er speelt, waarom het is. Al snel alle risico's benoemen slaat ook al snel het gesprek dood en dan heb je geen idee hoe of waarom.

Help je puber om zelf na te denken over de situatie door open vragen te stellen. Ga pas daarna over op het geven van advies en informatie. Bespreek de risico's, maar vermijd spookverhalen, en blijf grenzen stellen. (Zie: Praten over middelengebruik)

Voor vragen en advies kan u altijd contact met ons opnemen of in de Vraagbaak kijken of uw vraag misschien al gesteld is. Wij helpen u graag!